Nationaal akkoord PSC 149.01

02/12/2021

Na lange en moeizame onderhandelingen hebben de sociale partners binnen de sector van de elektriciens(PSC 149.01) gisteren, 2 december 2021, eindelijk een consensus bereikt voor wat betreft de nieuwe loon- en arbeidsvoorwaarden voor de periode 2021-2022.

Hieronder vindt u een samenvatting van het nationaal akkoord afgesloten op 2 december 2021.

1.Koopkracht

  • Verhoging baremieke lonen met 0,4% op 1 december 2021.
  • Verhoging effectieve lonen met 0,4% op 1 december 2021, behalve voor die ondernemingen waar beschikbare marge op alternatieve manier wordt ingevuld via ondernemingsenveloppe.
    • Vrije recurrente invulling vanaf 1 december 2021.
    • Ondernemingen met vakbondsafvaardiging: dubbel akkoord (cao) tussen werkgever  en alle in vakbondsafvaardiging vertegenwoordigde organisaties over
      • opstart onderhandeling op ondernemingsvlak en
      • concrete invulling vanaf1 december 2021
    • Timing: tegen 31 maart 2022;
    • Terugvalpositie: bij gebrek aan cao tegen 31 maart 2022: verhoging van de effectieve lonen met 0,4% op 1 december 2021.
  • Toekenning coronapremie:
    • Basispremie: 300 euro voor alle arbeiders;
    • Variabel gedeelte: 100 euro, voor de ondernemingen die geen bedrijfsverlies hebben in 2020 (code 9901) en dit bekeken op niveau van de technische bedrijfseenheid (TBE);

Voor de beoordeling van de voorwaarde voor de variabele premie wordt verwezen naar de goedgekeurde jaarrekening waarin het 2e kwartaal 2020 vervat zit.

  • Betalingsmodaliteiten:
    • Minstens 1 dag effectieve tewerkstelling in het 2de kwartaal 2020
    • Te betalen uiterlijk op 15 december 2021
    • In dienst op 30 november 2021
    • Het variabel gedeelte en 100 euro van de basispremie kunnen warden aangerekend op reeds toegekende coronapremie na 8 juni 2021
    • Proratisering deeltijdse arbeiders
    • Mogelijkheid om op ondernemingsniveau te onderhandelen over een verhoging tot maximum 500 euro.
  • Engagementsverklaring niet herinvoering loondegressiviteit voor jongeren, met uitzondering van jobstudenten, cfr bestaande wetgeving.

2.Fonds voor bestaanszekerheid

  • lndexering van alle aanvullende vergoedingen met 1,62 % op 1 december 2021, zonder verhoging van de patronale bijdragen.
  • Verbetering van de tussenkomst in kosten kinderopvang vanaf 1 januari 2022 tot 31 december 2024:
    • 4 euro per dag per kind, met een maximum van 400 euro per jaar per kind;
    • Voor kinderen tot de leeftijd van 3 jaar voor opvang erkend door Kind&Gezin/ l'Office de la Naissance et l'Enfance. Voor kinderen die op de dag van de opvangactiviteit jonger zijn dan 14 jaar (of jonger dan 21 jaar zijn, als het kind een zware handicap heeft) in het kader van voorschoolse en naschoolse opvang, voor opvang voorzien door een instelling of opvangvoorziening die rechtstreeks erkend, gesubsidieerd of gecontroleerd wordt door een openbaar bestuur;
  • Tussenkomst op basis van fiscaal attest.

 

3.Eindejaarspremie

  • lntegratie van de eindejaarspremie van de 467-bedrijven (ondernemingen aangesloten bij F.E.E.vzw) in het systeem van de eindejaarspremie van de 067-bedrijven, betaald door het Fonds voor bestaanszekerheid, met toepassing vanaf 1 januari 2022.
  • lnstalleren van een technische werkgroep om deze integratie tot stand te brengen.

4.Mobiliteit

  • Vanaf 1 januari 2022 wordt het aantal kilometers voor de toekenning van het mobiliteitsverlof, zoals bepaald in artikel 10 §2 van het nationaal akkoord 2019-2020, verlaagd naar 40.000 km per jaar.
  • Mogelijkheid om deze dag mobiliteitsverlof om te zetten in een gelijkwaardig voordeel mits
    • een cao op ondernemingsvlak in ondernemingen met een vakbondsafvaardiging
    • een schriftelijk akkoord tussen werkgever en arbeider in ondernemingen zonder een vakbondsafvaardiging.

5.Functieclassificatie

  • lnstalleren van een classificatiecommissie bestaande uit experten inzake functieclassificatie van de verschillende organisaties met als doel onder meer het actualiseren van de functiecategorieën, de omschrijvingen van deze categorieën.
  • Deze classificatiecommissie dient haar werkzaamheden af te ronden voor 31 december 2024, waarna de gemaakte afspraken zullen worden omgezet in een collectieve arbeidsovereenkomst inzake functieclassificatie, en dit voor 30 juni 2025.

6.Vorming en innovatie

  • Groeipad overeenkomstig wetgeving.
  • Uitbreiding van het collectief recht op vorming en opleiding naar 3 dagen gemiddeld per VTE per kalenderjaar, waarvan 1 dag kan worden opgenomen in uren met een minimum van 2 uur.
  • Sinds 1 januari 2016 heeft elke arbeider een individueel en afdwingbaar recht op 1 dag scholing en permanente vorming per jaar, op voorwaarde dat de arbeider het voorbije jaar geen opleiding heeft gevolgd bij de betrokken werkgever.
  • Geen scholingsbeding voor opleiding waarvoor aan werkgever premie werd betaald en voor verplichte opleidingen tot 30 juni 2023.
  • Bedrijfsopleidingsplannen
    • In ondernemingen met een vakbondsafvaardiging wordt de procedure inzake  het paritair goedkeuren van een bedrijfsopleidingsplan aangepast. 
    • De belangrijkste wijziging houdt in dat bij ontstentenis van een schriftelijk gemotiveerde weigering, ten laatste 3 maanden na de voorstelling door de werkgever van het bedrijfsopleidingsplan, dit  geacht wordt paritair te zijn goedgekeurd.

7.OpleidingsCV

  • lnstalleren van een werkgroep met doel uit te klaren met welke tool er dient gewerkt te warden voor het opmaken van een opleidingsCV
  • Deadline voor het afronden van de werkzaamheden is 30 juni 2023
  • Verlengen van de bepalingen inzake risicogroepen vanaf 1 december 2021 tot 30 juni 2023.

8.Ongezond en gevaarlijk werk

  • Een werkgroep wordt opgericht die werk maakt van een collectieve arbeidsovereenkomst die de huidige collectieve arbeidsovereenkomst inzake premie voor ongezond en gevaarlijk werk herziet. Hierbij zal rekening worden gehouden met de beginselen  van  preventie,  risico­ analyse en overleg.

9.Arbeidsorganisatie

  • Vrijwillige overuren
  • lndien de onderneming ervoor opteert om het aantal gewone vrijwillige overuren op te trekken van 120 naar 180 (cao op ondernemingsniveau of toetredingsakte), kunnen de

werknemers van deze onderneming bovenop deze 180 gewone vrijwillige overuren nog 40 relance-vrijwillige overuren presteren tot 31.12.2022.

  • lndien de onderneming het aantal gewone vrijwillige overuren niet optrekt naar 180, dan hebben de werknemers de mogelijkheid om in totaal 220 vrijwillige overuren

(gewone vrijwillige overuren + relance-vrijwillige overuren) te presteren tot 31.12.2022.

  • Voor beide gevallen wordt het aantal gewone vrijwillige overuren die niet meetellen voor de berekening van de interne grens opgetrokken van 25 uren naar 60 uren tot

30.06.2023.

  • Verlenging van artikel 18 van het nationaal akkoord 2019-2020 met betrekking tot nieuwe arbeidstijdregelingen tot 30 juni 2023.

10.lnspraak en overleg

Om het sociaal overleg op ondernemingsvlak niet te verstoren, maar de ondernemingen toch de kans te geven in geval van blokkering van de werking van de syndicale afvaardiging beroep te doen op de verzoenende functie van de sociale partners, werd de volgende bepaling in het nationaal akkoord opgenomen :

lndien er zich problemen voordoen met betrekking tot de werking van de syndicale afvaardiging (artikel 17 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuut vakbondsafvaardigingen), en er op ondernemingsniveau geen oplossing bereikt wordt, kan de meest gerede partij dit probleem voorleggen aan de woordvoerders van de betrokken patronale en/of werknemersorganisaties. De woordvoerders engageren zich om binnen een redelijke termijn van twee maanden na deze melding naar een oplossing te zoeken voor het gestelde probleem.

11.Technische punten

  • Verlenging van de cao outplacement vanaf 1 juli 2021 tot 30 juni 2023. 

 

U kan hieronder het volledig nationaal akkoord downloaden

https://www.feebel.be/data/content/file/1-psc-149-01-nationaal-akkoord-accord-national-2021-2022-003.pdf

 

terug naar het overzicht

Verklaring over cookies